Opleiding
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
Ludo was voor het jaar 1943-1944 vanaf januari 1943 ingeschreven in de dagleergang 'Tekenen hoofd en sieraad', afdeling B, bij Prof. V. Dolphijn. Voor het jaar 1944-1945 is er geen aanduiding maar waarschijnlijk eveneens voor de dagleergang Tekenen hoofd en sieraad, afdeling A, Prof. F. Rottie.
Voor het jaar 1948-1949 was hij vanaf 20 januari 1949 ingeschreven voor de dagleergang, 6de jaar 'Tekenen figuur/schilderen figuur naar het leven', Prof. Isidoor Opsomer. De kunstschilder Opsomer was directeur van de Academie van 1936 tot 1949. Blijkt dus dat Ludo voor, tijdens en na Ter Kameren les gevolgd heeft aan de Academie te Antwerpen.
Ter Kameren
In 1926 werd op initiatief van de toenmalige Minister voor Wetenschappen en Schone Kunsten Camille Huysmans, de Nationale Hogere School voor Bouw- en Sierkunsten opgericht. Om de leiding van het instituut op zich te nemen, liet hij Henri Van de Velde overkomen die na de eerste Wereldoorlog naar Nederland was uitgeweken. Een goede keuze want Van de Velde had immers in Weimar aan de wieg gestaan van de Kunstgewerbeschule en het latere Bauhaus. De nieuwe school moest zorgen voor een pluriforme opleiding met een internationale uitstraling. Het was meteen de eerste instelling waar vrouwelijke studenten werden toegelaten tot een hogere kunstopleiding. Henri Van de Velde bleef directeur tot 1936 en werd opgevolgd door Herman Teirlinck die directeur bleef tot 1950. In 1980 werd de kunstschool overgeheveld naar de Franse Gemeenschap onder de naam École Nationale Supérieure des Arts Visuels (ENSAV).
Ludo volgde de lessen 'publiciteitstekenen en boekverzorging', een afdeling die onder de leiding stond van Joris Minne (zie 'Vrienden en kennissen van Ludo').
Andere docenten waren F. Geersens en Rodolphe Strebelle (1880-1959). Ook van Lucien De Roeck (1915-2002), ontwerper van o.a. het logo van Expo 58, zou Ludo les gekregen hebben. Waarschijnlijk koos hij voor de afdeling publiciteitstekenen omdat het de mogelijkheid bood van een broodwinning. Bovendien kon hij het in de zaak van zijn ouders toepassen. Hij studeerde er van 1947 tot 1948. 'Onzea Ludovicus' behaalde het diploma 'avec grande distinction' zoals het vermeld staat in het 'Bulletin d'Information de l'Association des Diplomés'.
'Le montant du minerval', het collegegeld voor Ter Kameren bedroeg toen 300 frank per jaar. In 1948 studeerden in zijn studierichting ook af: Jean-Jacques De Graeve (Veurne 1923-2002), Frans Deerie en Andrée Dumont. De heer De Graeve is bekend geworden als graficus. Mevrouw Dumont heeft na haar studies gekozen voor haar gezin.
De opleiding bestond uit drie studiejaren, maar aangezien Ludo zijn diploma kreeg voor de jaren 1947-1948 deed hij er maar twee jaar over. In het eerste jaar stond op het programma (vrij vertaald en samengevat uit het Frans): schematisch tekenen, typografie, lettertekenen, ornamenten voor de reclame, maquettes voor advertenties, brief-hoofden, verpakking, folders, tekstkeuze. In het tweede jaar: affichekunst, zowel typografisch als lithografisch, toepassing van fotografie in de reclame, reclamebrochures, reclameborden, spandoeken, dia's, filmtitels, typografische oefeningen. In het derde jaar: lichtreclame, affiche, etalage, standenbouw, statistiek.