Ludo Onzea
Ludo Onzea

Voorwoord

Deze website heeft niet de pretentie een biografie te zijn, daarvoor zijn er te weinig bronnen. Ludo heeft wel brieven geschreven, vaak ook geïllustreerd, maar die zijn meestal beperkt tot de jaren 1944-1945 toen hij rond zijn 17de in de West-Vlaamse gemeente Moen verbleef. Hij werd daar samen met vele andere mensen uit het Antwerpse opgevangen bij gastgezinnen als vluchteling voor de V-bommen. Die brieven schreef hij voornamelijk naar zijn familieleden en vrienden aan het thuisfront. Bovendien is er bijna niets over hem gepubliceerd. Al wat we hadden, waren enkele overlijdensberichten en twee reportages in 'De Vlaamse Drukker' waarin zijn grafisch werk wordt voorgesteld. Gelukkig vond zoon Lieven veel later een grote boodschappentas terug die na Ludo's overlijden in bewaring was gegeven aan zijn vriend Oscar Dyck en later werd bewaard door Ludo's oudste broer Jan. Hierin had Ludo zorgvuldig schets­boeken, tekeningen, karikaturen, reclame-ontwerpen, nieuwjaarskaarten, achtergronden voor tekenfilms en ook enkele aantekeningen bewaard.

Om toch tot iets als een levensbeschrijving te komen, hebben we aan familieleden en vrienden gevraagd herinneringen aan hem op te tekenen. Velen zijn hier met enthousiasme, anderen met enige aarzeling ('het is zo lang geleden' of 'ik ben niet gewoon een tekst te schrijven') op ingegaan. Dank zij hun inbreng is er vanuit verschillende standpunten een beeld ontstaan van Ludo als een veelzijdig mens en kunstenaar. Deze teksten zijn opgenomen in de rubriek 'Herinneringen'. Verder zijn er gesprekken opgetekend met medestudenten van Ter Kameren en met bevriende kunstenaars die hem en zijn werk goed kenden. Deze teksten zijn opgenomen in de rubriek 'Vrienden en kennissen van Ludo'.

Uiteraard hebben we geprobeerd om zoveel mogelijk tekeningen en schilderijen terug te vinden. Hier hadden we het geluk dat Ludo's oudste zoon Lieven een schriftje had bewaard waarin zijn vader noteerde aan wie hij werken had verkocht of geschonken. Ook staan er een groot aantal namen in van mensen met wie hij in contact stond. Gelukkig heeft de familie veel werk van hem bewaard. Vooral de oudste kinderen van het gezin konden Ludo financieel steunen door zijn werk te kopen. Die werken opsporen en fotograferen was dus tamelijk eenvoudig. Voor werk buiten de familie was dat veel moeilijker.

In 1990, dertig jaar na zijn overlijden, werd een schuchtere poging onder­nomen om meer bekendheid aan zijn werk te geven door het organiseren van een tentoonstelling in Kasteel Fruithof te Boechout. Het waren uitsluitend werken uit familiebezit. Toen moeder in september 1991 overleed, werden een aantal werken van Ludo die zij in bezit had, verdeeld onder de jongste kinderen die niet de kans hadden gekregen om werk van hem te kopen.

Ik kreeg het werk Vrouw met dode vogel, een werk uit 1958. Een tijd later zag onze dochter Liesbet bij een kunsthandel in de Kloosterstraat een werk met een houten lijst die ze herkende als typisch voor 'oom Ludo'. Ze kocht het schilderij en het bleek Opschik te zijn een werk uit 1952. Het werd dus tijd om iets voor Ludo te doen, om hem niet te vergeten.

De eerste contacten verliepen per brief, per telefoon en via interviews met mensen die Ludo nog hadden gekend. Op mijn vraag of ze werk van Ludo bezaten, kreeg ik antwoord van Pierre Alechinsky, Serge Creuz, Marc Mendelson, Elias Gistelinck, en Octave Landuyt. Verder ontmoette ik twee van Ludo's medestudenten van Ter Kameren: Roger Reyniers die werk van hem bezat en Lode Opdebeek. Vooral dankzij deze laatste kwam ik veel werk op het spoor. Ook met zijn goede vriend en kunstenaar Marc Claus had ik een onderhoud. Zijn huisdokter Dr. Hugo Janssens die een aantal werken van Ludo bezat, kon ik in Borgerhout ontmoeten. Verder zijn vriend Oscar Dyck, ook die had werk van Ludo in bezit. Verder Dirk Janssens, de oudste zoon van dokter Paul Janssens. De dokter had verschillende werken van Ludo gekocht toen hij patiënt bij hem was. Dirk kon zich Ludo en ook zoon Lieven nog goed herinneren.

Ludo's professor in Ter Kameren en goede vriend Joris Minne was overleden, maar zijn dochter Mevrouw Eva Pais-Minne, kon ik samen met mijn vrouw Erika in Tervuren en later in Oostduinkerke ontmoeten. Via haar wist ik van Ludo's tekeningen in het Gulden Boek van het Antwerpse O.C.M.W. Zelf bewaart zij in haar archief een groot aantal tekeningen van Ludo en zelfs een portrettekening van haar vader. Zij stond altijd klaar om raad te geven en te helpen in mijn zoektocht.

Toen ik de zoektocht pas jaren later hervatte, ging dat voornamelijk via honderden mails. Ludo was gestorven in 1960, wie zou er nu nog in leven zijn en waar zou nog informatie over hem te vinden zijn. Het resultaat van die zoektocht vindt u in de publicatie.

Wilfried Onzea

Volgend artikelJeugd